Tigre Benelux
»
Blog
»
Gebruik PBM
»

Gebruik van dubbele vanglijn

Gebruik van dubbele vanglijn

Indien men zich verticaal of horizontaal moet verplaatsen op hoogte, heeft men soms een horizontale levenslijn EN 795 type C of type D of verticale levenslijn EN 353-1 of EN 353-2 ter beschikking: deze geeft het voordeel dat er een continue/doorlopende bescherming is van de gebruiker.

Indien dit niet aanwezig is (en natuurlijk indien er ook geen collectieve bescherming aanwezig is) kan men gebruik maken van een dubbele vanglijn ( ook Y-Vanglijn of Y-lijn genoemd) op voorwaarde dat men ankerpunten of stevige structuur ter beschikking heeft.

Vanglijnen kunnen maar een maximale lengte hebben van 2 meter.

SINGING ROCK biedt deze aan met 2 verschillende valdempers:

Indien er ankerpunten aanwezig zijn, dan volstaat een dubbele vanglijn met “standaard” karabijnhaken:

Indien de structuur groter is dan kan men gebruik maken van karabijnhaken met opening van 50 to 110 mm:

Indien deze niet voldoen, kan men gebruik maken van ankerlussen die vaak standaard kunnen aangeleverd worden in vaste lengtes van 60 – 80 – 120 – 150 cm of regelbare ankerlussen van 3 – 6 – 10 meter.

Je hebt dubbele vanglijnen volgens de EN 354/355 (een vanglijn MOET altijd voorzien zijn van een valdemper) en je hebt 2 mogelijkheden:

  • Dubbele vanglijn met één gemeenschappelijke valdemper
  • Dubbele vanglijn die bestaat uit 2 vanglijn die dus elks van een valdemper zijn voorzien

Opgelet: voor het gebruik van beiden want in de EN 354:2010 norm staat het volgende vermeld:

  • 2 gescheiden vanglijnen, elk voorzien van een valdemper, mogen niet naast elkaar gebruikt worden (in parallel)
  • De niet gebruikte vanglijn bij een dubbele vanglijn met centrale valdemper mag niet bevestigd worden aan het harnas

Hoe verbind ik een dubbele vanglijn met 2 gescheiden vanglijnen aan mijn harnas?

  • Je hebt de keuze om deze te verbinden met de borst- of rugbevestiging van je harnas (merkteken A)
  • Ik vind nergens in EN 354 terug dat men 2 gescheiden vanglijnen al dan niet mag bevestigen op één karabijnhaak
  • De snelschakels type “Square” – “Delta” – “Big D” mogen sinds 2004 aangewend worden als onderdeel van een PBM op voorwaarde dat ze EN 362 gecertificeerd zijn. Een normale karabijnhaak met vijs of een karabijnhaak met automatische sluiting, wordt, in tegenstelling met de snelschakels, door ten minste 2 gescheiden en opéénvolgende bewegingen opengedaan en mag verschillende malen per dag door de gebruiker open en dicht gedaan worden

Dus je kan, volgens mijn persoonlijke mening, de uiteinden van de 2 enkele vanglijnen bevestigen door middel van een snelschakel aan je harnas op voorwaarde dat deze conform is aan de EN 362.

Dubbele antivaltrommels met band of kabel: 

De norm EN 360 vermeld niets in verband met het plaatsen van de karabijnhaken aan het harnas of ankerpunt zoals dit wel duidelijk staat gespecifieerd bij de vanglijnen EN 354.

Je kan deze antivaltrommel met een gewone karabijnhaak EN 362 verbinden aan de borst- of rugbevestiging van het harnas.

Deze hebben wel andere voor- en nadelen ten opzichte van de dubbele vanglijn:

Nadeel:

  1. Het gewicht: dubbele antivaltrommel is duidelijk zwaarder als een dubbele vanglijn
  2. Blokkeert soms te snel bij bruuske bewegingen of als de band getorst is

Voordeel:

  1. Blokkeert sneller
  2. Gunstigere werkhoogte (afstand onder de voeten na val)
  3. Lagere impactkrachten bij val op het lichaam en natuurlijk ook op de ankerpunten
  4. De 2 lijnen blijven mooi opgerold tegen de trommel zodat ze niet hinderen bij het klimmen
  5. in de EN 360 norm wordt er geen onderscheid gemaakt tussen een dubbele antivaltrommel met 1 centrale valdemper of met 2 valdempers ➔ dus het probleem waar je de ongebruikte karabijnhaak bevestigt, is hier niet van toepassing

Waar moeten we wel mee opletten !!

Bij een enkele of “I” vanglijn met valdemper, zal bij val de impactkracht aan beide uiteinden omzeggens identiek zijn.

Bij het gebruik van een dubbele vanglijn, moeten we wel opletten dat de hoek tussen de 2 lijnen, indien ze beiden bevestigd zijn aan een ankerpunt of structuur, kleiner of gelijk is dan 120°.

Hiervoor verwijs ik naar de hijsdriehoek:

Als je valt en de hoek = 90° dan zal je maximum 6 kN hebben op je harnasbevestiging en ongeveer maximum 6 kN x 70% op de 2 uiteinden

Als je valt en de hoek = 120° dan zal je maximum 6 kN hebben op je harnasbevestiging en ongeveer maximum 6 kN op de 2 uiteinden

Als je valt en de hoek = 140° dan zal je maximum 6 kN hebben op je harnasbevestiging en ongeveer maximum 6 kN x 146% op de 2 uiteinden

Als je valt en de hoek = 160° dan zal je maximum 6 kN hebben op je harnasbevestiging en ongeveer maximum 6 kN x 208% op de 2 uiteinden

NOCH DE VANGLIJN NOCH DE ANKERPUNTEN WORDEN GETEST OP IMPACTKRACT > 6 kN

Dit artikel is een persoonlijke visie op de bestaande wetgeving, normen en gebruik van PBM.

Groeten,

Frank Louwet
Specialist Valbescherming PBM