Tigre Benelux
»
Blog
»
Gebruik PBM
»

Veilige werkhoogte

Veilige werkhoogte

De veilige werkhoogte is de afstand onder de voeten of onder het ankerpunt van de gebruiker die nodig is om een eventuele val veilig te laten plaats vinden zonder dat de gebruiker zich kwetst aan onderliggende obstakels of -niveau.

Dit is één van de belangrijkste aandachtspunten in valbescherming waarmee de gebruiker moet rekening houden, zeker als er een mogelijkheid van een val bestaat met pendulebeweging.

Als men deze afstand wenst te berekenen moet men rekening houden met:

  • Positie van de persoon
  • Hoogte van de val (valfactor)
  • Lengte van het verbindingsmiddel (vanglijn, antivaltrommel, etc…)
  • Eventuele uitscheuring van de valdemper
  • Lengte van de persoon
  • Afstand onder de gebruiker na val

Het volgende schema maakt dit duidelijk:

  • Valfactor 2 (zoals de test van een vanglijn het voorschrijft in de EN 364)
  • Vanglijn incl valdemper L = 2 m (overmeten)
Lengte van de vanglijn inclusief schokdemper
(max 2 m - variabel afhankelijk van gebruikt model)
2 m
Lengte van de persoon
(2 m volgens de norm)
2 m
Lengte van de valdemper na val - afremafstand
(max 1.75 m - variabel afhankelijk van gebruikt model)
1.75 m
Verplichte veiligheidsmarge onder de voeten 1 m
Totaal: 6.75 m

Spijtig genoeg, volgens mijn persoonlijke mening, is er een tekortkoming in de EN 354 & EN 355 waaraan een vanglijn moet voldoen:
Men eist van de fabrikant om de veilige werkhoogte te vermelden in zijn gebruiksaanwijzing alsook in een pictogram maar dan enkel voor Valfactor 2 en niet voor andere Valfactoren zoals 0.5/1/1.5. Dit impliceert namelijk dat de gebruiker zijn veilige werkhoogte voor deze posities NIET kan berekenen omdat één belangrijk gegeven ontbreekt, namelijk de lengte van uitscheuring van de valdemper bij impact.

Laten we het voorbeeld nemen van een persoon met een valfactor 1 (ankerpunt ter hoogte van de borstbevestiging van zijn harnas) en een vanglijn van 2 meter:
Valdiepte onder de voeten = 1 m
lengte van de persoon = 2 m
afstand onder de voeten na val = 1 m

Maar welke lengte moeten wij hier toevoegen voor de uitscheuring van de valdemper?
Gaat deze valdemper wel uitscheuren?

We zitten ook met een probleem van wettelijkheid want het KB van 13.06.2005 stipuleert dat de persoon, indien een collectieve bescherming technisch onmogelijk is, zich “individueel” moet beschermen vanaf 2 meter valhoogte (voethoogte) maar om een vanglijn van 2 meter te gebruiken, staat 6.75 m vermeld als veilige werkhoogte (onder het ankerpunt) op het PBM (voor een vanglijn van 1.5 m zal dit +/- 1.25 m worden).

Hoe beschermen we ons tegen een val indien we ons (voethoogte = werkhoogte) bevinden tussen 2 meter en 5.25 m?

  • Door ervoor te zorgen dat we het ankerpunt in elk geval boven de gebruiker plaatsen zodat zijn vrije val beperkt wordt maar dan weten we nog niet hoe de valdemper zal reageren
  • Een (gedeeltelijke) oplossing kan gevonden worden in het gebruik van een antivaltrommel: Deze zal snel blokkeren en de vrije val aanzienlijk verminderen in vergelijking met de vanglijn
  • Een betere oplossing is het gebruik van een flexibele ankerlijn maar dan moet deze in veilige omstandigheden kunnen geplaatst worden of moet deze “permanent” aanwezig zijn

Hieronder een overzicht van de 3 mogelijke PBM voor valbescherming en de berekening van hun respectievelijk veilige werkhoogte in functie van de valfactor

0.5 1 2
Vanglijn 1.5 m Geen eis van de EN-normen 6.25 m (onder ankerpunt)
Vanglijn 2 m 6.75 m (onder ankerpunt)
Antivaltrommel (IKAR) 2 m (onder de gebruiker) 3 m (onder de gebruiker) 3.8 m (onder de gebruiker)
Flex/Vaste Ankerlijn 1.8 m (onder de gebruiker) Niet toegelaten

Voor berekening van Valfactor, raadpleeg impactkracht bij val.

Dit artikel is een persoonlijke visie op de bestaande wetgeving, normen en gebruik van PBM.

Groeten,

Frank Louwet
Specialist Valbescherming PBM