Tigre Benelux
»
Blog
»
Vaste Installaties
»

Controle van VASTE ankerinrichtingen

Controle van VASTE ankerinrichtingen

KB 13 JUNI 2005 : Keuringen van PBM

Er wordt in dit KB onderscheid gemaakt tussen:

  • PBM die blijvend bevestigd zijn
  • PBM die niet blijvend bevestigd zijn

PBM die blijvend bevestigd zijn

  • Individuele ankerpunten: EN 795-A
  • Horizontale levenslijnen met kabel: EN 795-C
  • Horizontale levenslijnen met stijve rail: EN 795-D
  • Starre ankerlijn met rail of kabel die permanent verankerd is: EN 353-1
  • Doodgewicht ankers geplaatst op een plat dak en waarvan de te transporteren onderdelen > 25kg/st wegen en dus permanent op het dak blijven: EN 795-A (en niet E)
Belangrijk:
  • De loopkatten van horizontale levenslijnen, ongeacht het feit of ze al dan niet kunnen afgenomen worden van deze levenslijnen, worden eveneens beschouwd als PERMANENT en vallen dus onder de bepalingen van de “blijvend bevestigde PBM”(zie infoflash FOD van 01.09.1998).
  • Moeten ENKEL EN ALLEEN worden gecontroleerd door een EDTC indien het PBM een val gestuit heeft.

PBM die niet blijvend bevestigd zijn

  • Meelopende valbeveiligers op starre ankerlijn: EN 353-1
  • Flexibele ankerlijnen met meelopende valbeveiliger: EN 353-2
  • Mobiele ankerinrichtingen: EN 795-B
  • Vanglijnen: EN 354/355
  • Positionerings- & weerhoudingslijnen: EN 358
  • Antivaltrommels: EN 360
  • Antivalharnassen & positioneringsgordels: EN 361/358/813
  • Karabijnhaken: EN 362
  • Doodgewicht ankers: EN 795-E
Belangrijk:

Deze moeten gecontroleerd worden door een EDTC:

  • Om de 12 maanden (bij gebruik van het PBM mag de laatste keuringsdatum niet meer zijn als 12 maanden oud zijn).
  • Indien de PBM een val gestuit heeft.
  • Niet bij indienststelling.

Voor alle PBM gelden de volgende regels

  • De werkgever is er toe gehouden om er voor te zorgen dat een lid van de hiërarchische lijn of een andere werknemer die hiervoor een specifieke opdracht heeft gekregen en een aangepaste opleiding heeft genoten ( = competent persoon), BIJ ELK GEBRUIK, nagaat of het PBM nog steeds voldoet aan de bepalingen van dit KB.
  • Indien de onderzoeken zo ingewikkeld zijn dat ze enkel kunnen worden toevertrouwd aan een gespecialiseerde firma, is het vanzelfsprekend dat de werkgever andere diensten of firma’s kan raadplegen die hiervoor over de nodige bevoegdheden beschikken om deze uit te voeren.
  • In elk geval moeten de onderzoeken van permanente of niet permanente PBM worden uitgevoerd volgens de instructienota’s van de fabrikant (= gebruiksaanwijzingen).

Compentent persoon

Werkgever zal een competent persoon moeten aanduiden voor het controleren van de PBM: omschrijving van “competent persoon” in NBN EN 365 (uitgave 2004).

Competent en bekwaam persoon die instaat voor de periodieke controle: is een persoon die kennis heeft genomen van de bestaande eisen betreffende de periodieke controles en aanbevelingen en instructies van de fabrikant op zijn PBM en onderdelen.
  • Deze persoon moet bekwaam zijn om gebreken te kunnen identificeren en te evalueren et hij is verantwoordelijk voor de nodige aanpassingen aan het PBM indien nodig. Hiervoor moet deze persoon de competenties en nodige kennis bezitten.
  • Het is mogelijk dat het nodig is dat een competent persoon moet opgeleid zijn door de fabrikant in verband met de PBM voor valbescherming en andere specifieke antivaluitrustingen en dit om de complexiteit en ontwikkeling te kunnen volgen en begrijpen en om eventueel kennis te nemen van de correcte demontage, herstelling of evaluatie aan de PBM. Indien nodig moet deze opleiding, in functie van aanpassingen en/of nieuwe technologieën, worden herhaald.
  • Een persoon kan competent zijn voor 1 type van PBM of voor meerdere.

Ingewikkelde onderzoeken

In de thematische toelichting van het KB van 13.06.2005, wordt er inderdaad gesteld dat ”De bescherming tegen het vallen, door het gebruik van PBM, is en blijft een complexe materie”.
  • Controle best laten uitvoeren door een gespecialiseerde firma.

Gebruiksaanwijzing van de fabrikant

Alle fabrikanten stellen dat de ankerinrichtingen om de 12 maanden door henzelf of hun aangestelde (gecertificeerd installateur) gecontroleerd moeten worden.

Dit is een verplichting vermeld in de overkoepelende norm NBN EN 365:

  • De fabrikant vermeldt in zijn gebruiksaanwijzing een richtlijn opdat elk systeem of onderdeel ervan tenminste om de 12 maanden door de fabrikant of zijn aangestelde wordt onderzocht of gerepareerd als hij het nodig acht.

Groeten,

Frank Louwet
Specialist Valbescherming PBM